Op 22 november 2017 Antwoord van De Heer Lachaert Egbert

Geachte mevrouw Deglin,
Beste Marleen,

Graag bezorg ik u namens Egbert Lachaert een antwoord op uw bericht. Deze info kreeg Dhr. Lachaert van Minister van Volksgezondheid, gezien zij voor deze materie bevoegd is;
Een vroege diagnose van de ziekte van Lyme is belangrijk om het optreden van late manifestaties te vermijden. Die diagnose berust vooral op de aanwezigheid van typische klinische tekens van de ziekte (zoals de typische rode vlek, erythma migrans) in de context van een mogelijke blootstelling aan een tekenbeet zoals een wandeling in het bos. Binnen het kader van de Belgische Commissie voor de Coördinatie van het Antibioticabeleid (BAPCOC) heeft een groep van experts (infectiologen, microbiologen, huisartsen en epidemiologen) in 2014 een brochure opgemaakt over de ziekte van Lyme, die via (huis)artsenverenigingen verspreid werd om de aandacht van artsen te vestigen op de ziekte en hen te begeleiden in de diagnose en behandeling, zodat de ontwikkeling tot laattijdige vormen van de ziekte kan vermeden worden. De brochure werd in 2016 geactualiseerd en is beschikbaar op de website van de FOD Volksgezondheid via de link:
https://www.health.belgium.be/nl/news/update-van-de-aanbeveling-lyme-borreliose
Met behulp van deze richtlijnen zal de diagnose en behandeling beter en sneller kunnen verlopen.
Volgens de gegevens van het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid (WIV-ISP) wordt het aantal patiënten die een huisarts raadplegen omwille van een erthyema migrans (een mogelijk symptoom ten gevolge van Lyme) in België geschat op ongeveer 10.000 per jaar. Dat aantal is stabiel gebleven tussen 2003 en 2009. Een nieuwe studie via de huisartsenpeilpraktijken is lopende (2015). Het aantal positieve resultaten voor Lyme-testen (aantonen van antistoffen) neemt in België wel toe. Deze stijging is echter gelijklopend met een sterke stijging van het aantal aangevraagde testen, wijzend op een grotere aandacht voor de ziekte van zowel de patiënten, de media als de artsen. Globaal is er evenwel geen sprake van een “epidemie van Lyme” in België.

De laboratoriumtest die de voorkeur geniet, situeert zich in de serologie (opsporen van antilichamen). Het gaat hoofdzakelijk om immuno-enzymatische tests voor de opsporing van antilichamen (ELISA) in bloed of cerebrospinaal vocht. In geval van een positief resultaat of in twijfelgevallen wordt een bevestigingstest (Immunoblot, Western blot) verricht. In bepaalde situaties kunnen tests voor de rechtstreekse opsporing van de ziekteverwekker uitgevoerd worden (microscopisch onderzoek, cultuur, moleculaire biologie). Zij zijn in een aantal gespecialiseerde laboratoria voorhanden en zijn bovendien weinig gevoelig. Alle bovenstaande tests zijn beschikbaar in België. Het RIZIV betaalt de tests voor de opsporing van antilichamen en voor de bevestiging respectievelijk sinds 1999 en 2008 terug.

Wat betreft de toegang tot buitenlandse tests, is deze voor Belgische patiënten in principe niet uitgesloten. Vaak wordt de lymfocyten transformatietest (LTT) of Elispot test aangehaald. De belangrijkste Europese groep van experts, Deutsche Borreliose Gesellschaft e.V., stelt in haar diagnoserichtlijnen voor Lyme dat “de Elispot test werd gevalideerd voor de diagnose van infectieziekten (bv. tuberculose). Hoewel er een Elispot test met een aangepaste procedure voor de diagnose van Borreliose is, dient deze test voor gebruik in de klinische routine nog gevalideerd te worden. »

Ook beantwoorden klinische manifestaties van Lyme doorgaans zeer goed aan een behandeling met antibiotica (gedurende 10 dagen tot een maand), met volledige uitroei van de bacterie ook als de diagnose pas in een later stadium wordt gesteld. Langere of herhaalde behandeling is overbodig en leidt mogelijks tot schade voor de patiënt. Late manifestaties van gedissemineerde Lyme-borreliose, kunnen inderdaad weken tot zelfs jaren na een tekenbeet optreden. De antibiotica betreffen geneesmiddelen terugbetaald in categorie C en dit onafhankelijk van de tijdsduur van de behandeling.

“Chronische ziekte van Lyme” is een term die inderdaad meer en meer wordt gebruikt, voor een aantal atypische klachten, zoals pijn aan spieren en gewrichten en vermoeidheid. Rond deze entiteit bestaat er in de wetenschappelijke literatuur echter geen eenduidig akkoord, en volgens experts wordt het gebruik van de term best vermeden, omdat er nog geen verband werd aangetoond tussen deze klachten en een infectie met Borrelia. Ook hebben wetenschappelijk correct opgestelde studies bij dieren nog geen overdracht van de ziekte van Lyme aangetoond tijdens de zwangerschap of door seksueel contact.

Verder onderzoek rond de ziekte van Lyme en andere ziekten overgedragen door teken is echter wel nodig. In het najaar 2015 start het WIV-ISP, in samenwerking met verschillende partners (o.a. UCL, UAntwerpen, UZLeuven, RIVM), een grootschalige opvolgstudie rond de ziekte van Lyme in België. Daarbij zullen (een 1000-tal) patiënten met de ziekte van Lyme gedurende een periode van 1 tot 2 jaar opgevolgd worden. Er zal informatie verzameld worden over hun eventuele klachten op langere termijn, de invloed op hun levenskwaliteit en de kosten die zij maken voor de diagnose, opvolging en behandeling van hun ziekte. Daarnaast zal er ook onderzocht worden of die personen gelijktijdig door andere ziektekiemen overgedragen door teken besmet werden, en of deze gelijktijdige infecties een invloed hebben op het optreden van chronische klachten.
Bovendien, om de actieve preventie van de ziekte van Lyme te verbeteren, wenst het WIV de gebieden met het hoogste risico op tekenbeten te identificeren. Om dit doel te bereiken moedigt het instituut alle burgers aan om opgelopen tekenbeten te melden op de nieuwe website www.TekenNet.be, gelanceerd in juni 2015. Sinds mei 2016 is deze website ook beschikbaar onder de vorm van een app op mobiele telefoon of de smartphone.

Tot slot heeft de interministeriële conferentie milieu en gezondheid van 24 maart 2016 beslist om maatregelen ter beperking van de tekenpopulaties in tuinen, crèches, scholen en recreatiegebieden te verminderen. Een eerste stap daarbij is de wetenschappelijke beoordeling van de doeltreffendheid van de milieuvriendelijke alternatieven voor tekenmijten verdelgende middelen (acariciden).

Ik hoop u hiermee aangetoond te hebben dat de ziekte van Lyme zeker in onze aandacht staat.

Hoogachtend,
Egbert Lachaert, Federaal Kamerlid voor Open Vld

Lieselot Van Mol – Open Vld
Parlementair medewerker Egbert Lachaert (Volksvertegenwoordiger)